Dag 07 / Lee Vining - Death Valley
‘s Morgens ontbijten we in de tuin van Lakeview Lodge (rare roze thee…). Daarna gaan we naar de supermarkt voor de dagelijkse zak ijsblokjes, die je hier bij iedere supermarkt en benzinestation kunt kopen. De ijsblokjes houden de koelbox de hele dag koel. Natuurlijk kopen we ook weer veel water, koekjes en zoute crackertjes. We hebben al ondervonden dat er lang niet overal winkels zijn in dit dun bevolkte gebied. Nog even naar het informatiecentrum van het dorp, waar we kunnen internetten en daarna reizen we weer verder.
We rijden eerst naar de zuidkant van Mono Lake. Een heel zout meer, waar zoutpilaren (tufa’s) in staan. Langs de waterkant ligt een deken van zwarte vliegjes, die allemaal laag opvliegen als je er tussen loopt, maar verder doen ze niets. Met de bergtoppen er achter is Mono Lake een mooi meer om te zien.
Daarna rijden we verder zuidwaarts over highway 395. Een mooie weg door de Sierra Nevada. In de plaats Bishop stoppen we bij een Dutch Bakery (Erick Schat’s Bakkery). Bij deze grote enorme populaire bakker zijn allerlei (veramerikaniseerde) nederlandse producten te koop. We kopen lekkere koeken en sandwiches, die we buiten op het terras opeten. Het is al flink warm geworden. Daarna rijden we door naar Lone Pine. Vlakbij dit dorp liggen de Alabama Hills, die bekend staan om de vele films die hier zijn opgenomen. We rijden er naar toe en lopen rond. Het is er warm, maar ook erg mooi, met al die grote rotsblokken.
Dan rijden we verder naar Death Valley. De weg er naar toe is vrijwel verlaten. Alleen enkele toeristen zijn zo gek om er hartje zomer naar toe te gaan. De auto is heerlijk koel, maar op de thermometer zien we de buitentemperatuur oplopen tot richting de 50 (!) graden. Bij een uitkijkpunt stappen we even uit. Wauw, het lijkt alsof je in een hele warme fohn staat. Omdat het zo hard waait voelt het niet klam aan, maar de kans op uitdroging is heel groot, dus we drinken veel. Het landschap wordt kaal. Hier en daar nog een Joshua tree, maar verder een beetje het landschap dat je op een andere planeet verwacht. Rond half vijf komen we aan bij Stovepipe Wells midden in Death Valley. Het is 49 graden en er staat een flinke wind.
Stovepipe Wells bestaat uit een aantal blokken met motelkamers (we hebben twee connecting rooms), een zwembad, een supermarkt en een restaurant. We nemen een duik in het zwembad en het kleine stukje lopen van het zwembad naar de motelkamer is voldoende om weer volledig op te drogen. Heel bijzonder om deze hoge temperaturen mee te maken. ‘s Avonds eten we in het enige restaurant, dat volledig is verduisterd met gordijnen om de koelte binnen te houden. Daarna rijden we met de auto naar de kale zandvlakten in de buurt (Sand Dunes). Normaliter zouden we dit stuk best hebben kunnen lopen, maar in Death Valley kun je geen risico’s lopen. Zelfs een kleine wandeling is in het verleden fataal gebleken voor enkele toeristen, door uitdroging en oververhitting. ‘s Avonds laat gaan we nog eens zwemmen bij volle maan. Het is dan nog steeds boven de 40 graden.