• header2012 baxter

Dag 11 / Baxter State Park - Spencer Pond

Katahdin Iron Works
We hebben iets beter geslapen, maar zijn wel weer heel vroeg wakker. Al rond half zeven zijn we onderweg naar Millinocket. In dit plaatsje tanken we en kopen we ijs en drinken thee in het bijbehorende winkeltje. Dan rijden we verder via Route 11 naar de Katahdin Ironworks Road, ofwel de KI road. Een gravel road door bossen en langs meertjes. We stoppen bij het Katahdin Iron Works Gate checkpoint, parkeren de auto en melden ons bij de twee rangers in het houten huisje. De entree voor dit gebied (100 Mile Wilderness) is 10 dollar pp. Vlakbij het ranger station stond hier vroeger een ijzerfabriek: Katahdin Iron Works (1843-1890). Van deze fabriek staat er nog één 'charcoal kiln' (oven waarin hout werd verbrand tot houtskool). Vroeger hebben er 16 gestaan. Verder staat de 'blast furnace' (hoogoven) er nog, waarin het ijzererts m.b.v. de houtskool werd omgesmolten tot ijzerstaven. We lopen er even rond. Als ik mijn hoofd in de ijzererts oven steek vliegen er enorm veel vogels weg uit de pijp. Daar had ik niet aan gedacht. Wel zielig, hun rust verstoord. Als we in de houtskool oven kijken schiet er een slang weg. Deze oude gebouwen zijn goede schuilplekken voor de dieren.

Gulf Hagas
We rijden verder naar de trailhead van de trail langs Gulf Hagas. De Grand Canyon van Maine staat er op het bord te lezen. Dat belooft wat. Na een korte wandeling de eerste hindernis. Een brede, ondiepe, maar wel snel stromende rivier die we moeten oversteken. We doen het op onze blote voeten. Chris is hier beter in dan ik. Als hij al aan de overkant is ga ik op een steen zitten (halverwege) en eerst eens foto's maken. Het water is gruwelijk koud en mijn voeten doen pijn van de stenen op de bodem. Geen pretje. Maar ik ben halverwege, dus ik kan maar beter door gaan. Ik weet echter dan al dat ik op de terugweg gewoon mijn bergschoenen aan hou. Ik zie wel weer of ik ze droog krijg.

Het pad volgt de rand van de kloof. We zien de diepe kloof al gelijk aan het begin en vervolgens nog bij diverse uitkijkpunten. Een zijtak van de rivier Pleasant River stroomt er doorheen en soms zijn er watervallen. De wandeling is lastig. Veel klauteren en soms zeer stijle stukken omhoog en naar beneden om iets van de kloof te kunnen zien. Bij de Buttermilk Falls (ze hebben in amerika toch leuke beeldende namen) nemen we een cut off trail en keren via een veel gemakkelijker pad weer terug. Een hike van 12 km. Onderweg lopen we ook een deel van de Appalachian Trail en praten kort met een hiker met grote rugzak. Hij is een zogenaamde section hiker. Iemand die ieder jaar een stuk van de Appalachian Trail loopt. De man is al een paar dagen onderweg en overnacht in shelters langs de trail. We komen weer bij de rivier en dit keer ga ik op mijn bergschoenen er dwars doorheen. Chris nog een keer op blote voeten. Dapper!

Butters
Daarna rijden we naar Greenville. We zijn nog maar net onderweg of we zien een lifter. Een jongen met een grote rugzak. Op deze dirt road komen niet veel auto's, dus we stoppen om hem mee te nemen. Hij loopt hinkend naar de auto toe. Hij vertelt dat hij een week geleden begonnen is aan de Appalachen Trail op Mount Katahdin en naar het zuiden reist (southbounder). Hij heeft zijn enkel geblesseerd en vraagt of we hem in Greenville kunnen afzetten, zodat hij zijn enkel wat rust kan gunnen. De jongen is 26 en heeft net zijn studie afgerond en heeft een half jaar uitgetrokken om de Appalachen Trail te lopen. Hij hoopt in de winter in Georgia aan te komen. Hij heeft zichtbaar pijn en is moe en een flesje water en chocolatechip cookies gaan er goed in. Ik vraag wat zijn trailname is (de naam die hij gebruikt op de trail, dit schijnt gebruikelijk te zijn). Hij vindt het grappig dat ik dat weet en zegt dat 'Butters' (een naïef blond jongetje uit de serie South Park) zijn trailnaam is.

In Greenville zetten we de jongen af bij Northwoods Outfitters. Een grote outdoor winkel en tevens reisbureau voor allerlei sportieve tripjes. Zij weten vast wel een onderkomen voor hem.
Het is druk in dit aardige dorpje. Dit weekend is er een evenement van de Harley Owners Group en het dorp staat vol met Harley Davidson motoren. Ook de winkel waar we boodschappen doen (Indian Trading Centre) is druk. Vanwege dit evenement was er geen motelkamer meer te krijgen en daarom hebben we twee nachten geboekt bij het zeer afgelegen Spencer Pond Camps, zo'n 30 mijl ten noorden van Greenville. De laatste 12 mijl is de weg onverhard. We hebben gelukkig een goede beschrijving van de route mee, want zelfs de Garmin laat het afweten en er zijn diverse splitsingen met andere logging roads.

Spencer Pond Camps
En dan zijn we bij Spencer Pond Camps. Het wordt gerund door Christie en Dana. Ze wonen daar in de zomermaanden met twee dochtertjes, kippen en honden. Er staan zes houten huisjes op een groot grasveld. Aan de ene kant bos, aan de andere kant een prachtig meer, Spencer Pond. Achter het meer ligt de berg Little Spencer Mountain. De huisjes zijn allemaal verschillend, maar hebben dezelfde kleur, zodat het toch een eenheid is. Aan de rand van het water is een aanlegstijgertje en er liggen kano's en kajaks die door de gasten gebruikt mogen worden. Er is geen elektriciteit, wel gas. In het huisje dat wij hebben gereserveerd zijn twee kerosine lampen en een olielamp. Bij de gootsteen is een waterpomp en in de douche hangt een zak, die gevuld kan worden met warm water. Dan takel je de zak omhoog en via een slangetje met douchekop kun je je douchen. De WC is buiten. Geen water, maar een diep gat met vers hooi er in en een emmer zaagsel met een schepje om na het toiletbezoek een beetje in het gat te strooien. Toch voelt het niet primitief. Het is schoon en verzorgd en er zijn goede bedden.

's Avonds maak ik spaghetti en daarna genieten we bij het water van het mooie uitzicht en de enorme stilte. Hier hoor je echt géén verkeer. Niets. Wat een heerlijke rust. Dat wordt morgen genieten!  

Overnachting
Spencer Pond Camps, Beaver Cove (bij Greenville)

Foto's