• header2010 amish

Dag 14 / Durham - Edenton

Plymouth
We zijn weer op tijd op. Het ontbijt in de Budgetel is prima. Een lekkere grote ontbijtruimte en een relaxed sfeertje. Ook de manager van het motel tapt er zijn bakje koffie en kijkt naar de regionale TV zender. Chris en ik lopen nog even naar de overkant van de weg naar de Kroger voor wat flesjes water, koekjes en chips. Om 9 am vertrekken we. We rijden eerst via Interstate 64 naar het plaatsje Plymouth. Een rit van drie uur.

Plymouth ligt mooi aan de Roanoke River en we stoppen er om te lunchen. In de Water Street zijn twee cafeetjes. Het is een sfeervolle straat met zijn historische panden, maar het oogt allemaal heel verlaten. Sommige winkels staan leeg. Ook in de Main Street waar we eerder doorheen waren gereden waren sommige huizen verlaten en vervallen. De mevrouw in het cafeetje waar we zijn binnen gelopen vertelt dat een paar jaar geleden de papierfabriek is gesloten waardoor veel werkgelegenheid verloren is gegaan en mensen zijn vertrokken. In het café (met vitrinekasten vol antieke snuisterijen) krijgt ze ook niet veel klanten. We kunnen alleen sandwiches en burgers bestellen. De rest van de kaart heeft ze niet. We lunchen er prima en lopen daarna nog even door de straat en langs de Roanoke River. Er is daar een klein parkje aangelegd.

Somerset Place
Na Plymouth rijden we in ruim een half uur naar Somerset Place, een State Historic Site bij het afgelegen Phelps Lake. Van 1785 tot 1865 was dit een actieve plantage, waar vlak voor de civil war meer dan 300 slaven werkzaam waren. Door het graven van kanalen werd een groot moerasgebied geschikt gemaakt voor de verbouwing van allerlei gewassen zoals rijst en graan.

Er is veel bekend over de historie van deze plantage. Zowel over de landowners als over de slaven. Vooral dat laatste is bijzonder. In de jaren ‘70 begon een zwarte vrouw aan een speurtocht naar haar verleden. Deze Dorothy Spruill Redford bezocht jarenlang libraries en courthouses op zoek naar informatie over haar voorouders. Uiteindelijk kwam ze terecht bij de Somerset Plantation waar een van haar voorouders slaaf was. Maar ze onderzocht niet alleen haar eigen verleden. Haar onderzoek leidde in 1986 tot een bijeenkomst op Somerset Place van ruim 2000 afstammelingen van Somerset slaven. Daarna is deze Dorothy executive director geworden van de plantage, toen al een State Historic Site. Door haar toedoen zijn oorspronkelijke gebouwen gerestaureerd en andere gebouwen gereconstrueerd.  

Als we bij de plantage aankomen is er net een (gratis) rondleiding gestart en kunnen we nog aansluiten. We krijgen een kijkje in de slavenverblijven, die zijn gereconstrueerd  aan de hand van foto’s. We zien het hospitaal, het washuis, het keukenhuis, het huis van de overseer en de mansion. Alle verblijven zijn zo goed mogelijk ingericht en er wordt met verve verteld over het leven op de plantage. De kleine slavenverblijven en de primitieve medische hulpmiddelen in het kleine hospitaal spreken tot de verbeelding. De mansion is mooi ingericht met hier en daar nog de originele meubels van toen. Ook zijn er kopieën van originele documenten uit die tijd. Slaven staan op een lijst met eigendommen. Oude slaven zijn 0 dollar waard. Sommige slaven wel 1000 dollar. Ze staan in dezelfde lijst genoemd als het vee en andere bezittingen.

De slaven woonden aan de achterzijde van de mansion. Zij hadden geen toegang tot het grote huis met uitzondering van enkele huisslaven. Aan de voorzijde van de mansion liep een kanaal dat door de eerste slaven in twee jaar tijd was gegraven. Triest is dat in dit kanaal vier kinderen verdronken toen hun bootje omsloeg. Twee kinderen van de landowner en twee slaven. Schrijnend is dat in een document van een ooggetuige wordt beschreven hoe de kinderen van de landowner aan land worden gehaald; de slavenkinderen worden echter niet genoemd.

Als de rondleiding is afgelopen lopen we nog even rond op het mooie terrein. Phelps Lake ligt wat verder weg. Vroeger kwam de oever tot vlakbij het huis. Je kunt het zien aan de begroeiing. Bij de wc ontdekken we ook een aantal hele grote spinnen (Argiope aurantia). Hun lijf is zwart en geel en ze zijn wel drie centimeter groot en maken een zigzaggend web. Als we weg gaan lopen we nog even het Visitor Center in. Ik koop het boek Somerset Homecoming (gesigneerd) van Dorothy Spruill Redford en we geven een donatie, waarvoor ze ons hartelijk bedanken.

Edenton
Hierna rijden we via Creswell en de brug over Albemarle Sound naar Edenton. We hebben twee kamers in Motel Coach House Inn. We zijn moe van alle indrukken. Vincent valt als een blok in slaap. De rest gaat een kijkje nemen in Edenton. Het is een heel mooi plaatsje met een sfeervolle hoofdstraat en schitterende huizen. Aan de waterkant is het prachtig. Oude kanonnen, een park en weer hele mooie huizen. Bij het Barker House is een bruiloftsfeest. Niet gek om daar je feestje te houden.

We rijden ook nog even met de auto rond in de omliggende straten en zien het ene mooie huis na het andere. Er moeten hier echt rijke mensen wonen. Wel vinden we dat er weinig vertier is. Geen bootjes op het water, de winkels gesloten (zaterdagmiddag) en niet veel restaurantjes. In Europa zou het in zo’n mooi plaatsje vol zitten met toeristen, maar hier niet. Het ligt te ver van de grote steden. We gaan terug naar het motel, waar Vincent inmiddels wakker is geworden en heel vrolijk is. We eten heel gezellig in Edenton (Marianne kan ook weer goed eten) en lopen daarna een stuk langs het water. Een mooi plaatsje en weer een bijzondere dag achter de rug.

Foto's