Cumberland Island

Vandaag gaan we naar Cumberland Island, Georgia's grootste barriereiland. Het onbewoonde eiland wordt beheerd door de National Park Service en is per boot te bereiken vanuit St. Marys.

We hoeven vanmorgen alleen maar de weg over te steken naar het Cumberland Island National Seashore Visitor Center. De tickets voor de boot had ik op internet al gereserveerd. Bij het Visitor Center halen we de kaartjes op.

Op de boot van 9 am zijn ongeveer zestig passagiers. Zeker de helft daarvan zijn scholieren van een jaar of 13 (8th grade) die een schoolreisje naar het eiland maken. De boottocht duurt drie kwartier. Er zwemmen dolfijnen in de baai. We zien ze af en toe even bovenkomen.

Als we aankomen bij Seacamp Dock slaan we gelijk de River Trail in richting de Dungeness Ruins. De trail is prachtig. We bevinden ons in een soort sprookjesbos. Een combinatie van lage palmboompjes en machtige, grillige eiken vol met wuivend spaans mos. Heel fraai.

We lopen via de Dungeness Dock en de Duck Pond naar de ruines. Mooi hier. Er lopen veel wilde paarden. We eten en drinken wat onder een oude eik met spaans mos. Via een oude cemetery komen we op een boardwalk door de duinen. We zien een racoon, vogels en een hertje. De boardwalk brengt ons op het strand aan de kant van de Atlantische Oceaan.

Inmiddels is het al over twaalven en flink warm. We hebben onze zwemkleren vanmorgen al aangedaan en hebben handdoeken mee, dus tijd om af te koelen in de zee en tussendoor ook wat te lunchen. We zijn helemaal alleen op het strand. De vogels niet meegeteld, want die zijn er heel veel.

Als ik lekker lig te dobberen in het water krijg ik bijna een rolberoerte. Er zwemt een gigantische bruine vliegende schotel langs mijn benen. Het gevaarte is wel bijna een meter in doorsnede. Het lijkt een grote rog. Geen idee of ze gevaarlijk zijn. Chris ziet hem even later ook zwemmen. We gaan voor de zekerheid minder diep de zee in.

Rond twee uur pakken we de rugzakken weer op en lopen over het strand een stuk naar het noorden. Daarna lopen we naar de hoofdweg op het eiland en gaan door het mooie bos nog eens naar de ruines. Vanmorgen waren de wilde paarden heel rustig. Vanmiddag niet. Ze draven over het terrein en af en toe zijn ze flink aan het hinniken. We zien ook een moeder paard met een heel klein veulentje.

We lopen naar de kant van het eiland waar de boot vertrekt. We snijden een stukje af door via de oever richting de dock te lopen. Het is geen officieel pad, maar ziet er goed begaanbaar uit. Niet dus. Na een paar passen zak ik helemaal weg in de modder. Drijfzand. Iedere pas die ik doe zak ik tot over mijn enkels weg. Helemaal eng is dat er bij iedere stap honderden mini krabjes (fiddler crabs) wegrennen die blijkbaar in de modder wonen. Het lijken net grote scheeflopende torren. Ik ren zo snel mogelijk richting overkant waar ik droog zand zie. Een zware sprint. Zomp (krioelende krabjes), zomp (krioelende krabjes), zomp (krioelende krabjes), zomp (krioelende krabjes). Echt eng, want als ik te langzaam ga krijg ik mijn voeten bijna niet meer uit de modder. Zo snel zak ik weg.

Pfff. Eindelijk ben ik aan de overkant en kan ik kijken waar Chris is. Ik liep voorop, dus toen hij zag wat er gebeurde heeft hij een meer veilige route gekozen. Ook hij zit onder de modder, maar iets minder dan ik.

Bij de haven is een gebouwtje waar we kunnen wachten op de boot. Op de porch staan een groot aantal schommelstoelen. Aan de zijkant van het gebouw ziet Chris een tuinslang. Hier kunnen we onze benen en schoenen schoonspuiten. Voordat de boot vertrekt is er ook nog een lezing van een ranger over de nesten van zeeschildpadden. Ze geeft ons ook informatie over de horseshoe crab (degenkrab). Onderweg hadden we die grote krabben een paar keer dood zien liggen.

Het boottochtje terug (de laatste boot om kwart voor vijf) is heerlijk. Lekker uitwaaien op het bovendeck op deze warme dag. Het was echt leuk op Cumberland Island. We hebben ongeveer 15 kilometer gelopen en de rest van de tijd op het strand en aan picnic tafels doorgebracht.

Terug in het hotel gaan we eerst douchen. Daarna eten we in hetzelfde restaurant als gisteren, omdat het zo goed was bevallen (St. Marys Seafood & More).

Overnachting: Riverview Hotel